Hoi, leuk dat je er weer bent. Het is alweer even geleden. Het Fort is in de winter gesloten, er worden nu diverse werkzaamheden verricht aan de kazerne. In deze periode zijn er sowieso geen open dagen en rondleidingen. Daarom neem ik je nu graag mee met de digitale rondleiding en dan hoop ik dat je volgend seizoen weer langs komt om ons mooie Fort te bewonderen. Natuurlijk geef ik of één van mijn collega-gidsen je dan graag een echte rondleiding. Maar voor nu bezoeken we de kruitmagazijnen.
Twee kruitmagazijnen en een projectielenmagazijn
Bij de aanleg van het Fort zijn in 1862 twee kruitmagazijnen en een projectielenmagazijn gebouwd. Twee van de drie magazijnen zijn identiek aan elkaar (B1 en B2), de derde (B3) is in spiegelbeeld uitgevoerd. Eén van de drie magazijnen is nu in gebruik door de zendamateurs (B2). Daar kom ik in een volgende nieuwsbrief nog op terug.
De magazijnen hebben 1,00 tot 1,33 meter dikke bakstenen muren en drie steens dikke gewelven. Met uitzondering van de toegangsgevel zijn deze gebouwen voorzien van een dikke aarden laag. De voorgevel wordt geflankeerd door kwartrond weglopende vleugelmuren die dienen als keermuur voor het aardwerk.
De gebouwen bestaan uit een opslagruimte en een voorportaal dat functioneert als sluisruimte. De doorgangen worden gesloten met zware houten deuren en een schuifdeur met gaas. In verband met het voorkomen van vonken is er geen ijzer, maar koper en messing toegepast.
Plattegrond van bovenaf gezien:
Deuren en vensters
Van de gebouwen zijn de deuropeningen voorzien van een zware dubbele houten deur, die aan dikke koperen scharnieren hangen en schuifdeuren die in de dikte van de muur kunnen worden weggeschoven.
De schuifdeuren hebben een vulling met kopergaas. Ook al het andere hang- en sluitwerk van de deuren is in koper uitgevoerd. Dit om vonken, die het buskruit konden laten exploderen, te voorkomen. De gaasdeuren boden de mogelijkheid om de opslagruimte af te sluiten en tegelijk te kunnen ventileren indien het weer het toeliet. Ventilatie om het buskruit droog te houden is van groot belang, omdat buskruit hygroscopisch is (kan klonteren als het vocht aantrekt) en gaat ontmengen (de bestanddelen van het kruit vallen uiteen) als het vochtig wordt.
Op de foto’s hierboven: de dubbele houten deuren, die de toegang geven tot het voorportaal van het magazijn. Het hang en sluitwerk van de deuren is in koper uitgevoerd. De deur zelf is ook met koper bekleed.
Foto met de toegang met open deuren: in de doorgang is een deel van een schuifdeur met kopergaas zichtbaar. De deuropening tussen portaal en opslagruimte heeft een gelijke opzet, dus ook zo’n schuifdeur en deuren die dicht konden.
Op de foto zie je het onderaanzicht van de doorgang tussen voorportaal en opslagruimte in één van de kruitmagazijnen. In het midden is de sleuf met houten geleiders voor de schuifdeur met kopergaas zichtbaar. Aan de bovenzijde van de foto is de sponning met hardstenen blokken te zien voor het hang- en sluitwerk van de dubbele houten deur aan de zijde van het portaal.
Om de kruitruimte van licht te voorzien is in de buitengevel een venster opgenomen. Aan de buitenzijde kan het venster worden afgesloten met een luik. Aan de binnenzijde bevindt zich een verticaal geplaatst schuifvenster dat naar beneden kan worden geschoven langs houten geleiders. Dit gebeurt met een touw, waarvoor in het gewelf een klos met een katrol is opgenomen. Links is het best bewaarde kozijn in kruitmagazijn B3 zichtbaar. De katrol met klos is bewaard gebleven in kruitmagazijn B1. Uiteraard is deze ook van koper om vonken te voorkomen.
Ventilatie
Om te voorkomen dat het kruit vochtig zou worden is bij de bouw van de magazijnen rondom een spouw aangebracht die voor ventilatie zorgt. De spouw is niet volledig open. Op regelmatige afstand is het metselwerk met elkaar verbonden (zie onderstaande langsdoorsnede over de spouw). De kruitruimte is door middel van openingen met de spouw verbonden. In de voorgevel bevinden zich twee ventilatieopeningen vlak boven het maaiveld en aan de achterzijde wordt via een verticaal kanaal voor de doorstroming gezorgd.
In de gevel is voor licht en lucht een venster opgenomen (zie voorgaande foto’s hierboven). Tevens kon men de deuren van de kruitruimten openzetten, waarbij dan de schuifdeuren met gaas werden gesloten. Om het kruit droog op te kunnen slaan is verder een houten vloer aangebracht die aan de onderzijde wordt geventileerd.
Langsdoorsnede over de spouw die rond het magazijn is aangebracht. In rood is de doorsnede van het metselwerk aangegeven. De spouw is niet over de volle hoogte van de muur opgetrokken, maar wordt onderbroken door gemetselde koppelingen. (Herkomst: Nationaal Archief, 4.OPV, inv. nr. B163, bewerking auteur).
Langsdoorsnede over het kruitmagazijn. In de doorsnede zijn de verticale ventilatiekanalen goed zichtbaar. In de achterwand van de kruitruimte zijn twee maal twee ventilatieopeningen opgenomen, die aansluiten op het linker verticale kanaal. Het rechter kanaal staat in verbinding met de ventilatieruimte onder de vloer. In de doorsnede zijn niet de ventilatieopeningen in de voorgevel te zien die zorgen voor de ventilatie onder de vloer. Met geel is het zandpakket aangegeven waarop het gebouw is gefundeerd. (Herkomst: NA, toegang 4.OPV, inv.nr. B163, bewerking auteur).
Deze foto toont de hardstenen omlijstingen van de openingen in de voorgevel die op de spouw aansluiten. Deze openingen konden met een smal luik worden afgesloten. Aan de linker zijde zijn daarvoor de duimen (daar waar het luik op hing) zichtbaar en aan de rechter zijde de sluitingen.
Deze foto toont één van de twee vierkante ventilatiegaten onder in de voorgevel van het kruitmagazijn zitten. Te zien is dat het kanaal bajonetvormig is uitgevoerd en met een knik van 90o naar beneden loopt. Het kanaal dient om de ruimte onder de vloer te ventileren. Deze vind je in B3.
Gebouw B2
De hoofdopzet van dit magazijn is sinds de bouw ongewijzigd gebleven. De houten vloer is hier wel verwijderd en in de kruitruimte zelf vervangen door een betonvloer, die in de richting van de gevel afwatert. In die gevel zijn de twee oorspronkelijke ventilatieopeningen van de kruipruimte vergroot. Tevens heeft men aan de onderzijde van de wanden een strook metselwerk ter dikte van ongeveer één kop weggehakt en vervangen door twee lagen klampstenen, die onder een hoek van 45 graden zijn gemetseld. Dit type klamplagen met kruiselings gemetselde klampstenen, gemetseld met een sterke mortel, werd ook toegepast bij cisternen (gesloten ondergrondse bassins) om deze waterdicht te maken. Het zal hier gedaan zijn om de ruimte beter te beschermen tegen optrekkend vocht. De beschreven wijzigingen duiden erop dat men bij deze buskruitopslag tijdens het gebruik vochtproblemen heeft gehad.
De voorgevel van gebouw B1 is nog vrijwel geheel oorspronkelijk. Alleen de twee vierkante gaten die de ruimte onder de vloer moesten ventileren zijn vergroot op het moment dat de vloer van de achterliggende kruitruimte is vervangen door een betonvloer.
Gebouw B1. Foto boven: detail van de onderzijde van de wanden in het voorportaal. De houten vloer ontbreekt hier. De stenen vloer is oorspronkelijk en was de bodem van de ventilatieruimte onder de houten vloer. Het onderste deel van de wanden is ter dikte van een ongeveer een kop vervangen door twee lagen klampstenen die kruiselings ten opzichte van elkaar zijn gemetseld. De stenen opstap naar de vloer van de kruitruimte is modern. De onderste foto toont de toegang tot het portaal. Omdat de houten vloer is verwijderd bevindt de huidige vloer zich onder het maaiveld. De oorspronkelijke ventilatieruimte onder de oude vloer is bij de ruimte gevoegd.
Hierboven zie je de zijwand van het voorportaal. De twee houten deuren die tegen de wand liggen waren vermoedelijk in de doorgang naar de kruitruimte geplaatst. Op de voorste van de twee is de tekst toegang zichtbaar.
Het kruitmagazijn gezien in de richting van de voorgevel. Oorspronkelijk kon het venster worden afgesloten door een houten schuifvenster. De sleuven waarin het kozijn was geplaatst zijn duidelijk zichtbaar. In het gewelf is een houten klos met katrol opgenomen voor het touw waarmee het venster geopend en gesloten kon worden. De twee openingen aan de onderzijde van de wand dienen voor de ventilatie van de ruimte onder de vloer. Die houten vloer is naderhand verwijderd. Bij die gelegenheid zal men de ventilatieopeningen hebben vergroot tot hun huidige grootte.
De kruitruimte gezien in de richting van de achterwand. Daarin zijn vier ventilatieopeningen zichtbaar (twee boven, twee onder). De oorspronkelijke houten vloer is verwijderd en vervangen door een betonvloer. Het kruiselings geplaatste metselwerk langs de onderzijde van de wanden is vermoedelijk een poging om de muren beter vochtbestendig te maken. Op de rand van de beklamping en de rest van het metselwerk zijn de beide onderste dichtgezette openingen te zien. De oorspronkelijke openingen voor de ventilatie onder de vloer bevinden zich onder het niveau van de huidige vloer.
Gebouw B3
Dit gebouw is wat betreft het interieur opvallend goed bewaard gebleven. Het is de enige van de drie magazijnen die nog de oorspronkelijke houten vloer heeft behouden. Ook het kozijn met schuifraam is hier behouden. De belangrijkste wijziging bij dit gebouw is de vervanging van de westelijke vleugelmuur. Dit gebouw was in gebruik als projectielenmagazijn.
Het voorportaal van gebouw B3. Aan de buitenzijde kan het gebouw worden afgesloten met een zware dubbele houten deur, die aan koperen gehengen is afgehangen. Ook het sluitwerk is in koper uitgevoerd. In de dikte van de muur is een schuifdeur met twee kopergaaspanelen opgenomen. Net als bij de buitendeur is al het metaalwerk van koper. Door de kromming van de muur en het tongewelf is de ontlastingsboog boven de deur in twee richtingen gebogen uitgevoerd. De deur tussen het portaal en de opslagruimte rechts op de foto heeft een zelfde opzet, alleen ontbreken hier de deuren.
De kruitruimte is nog voorzien van de oorspronkelijke houten vloer. Alleen in de zuid-westhoek is een deel voorzien van jonger plaatmateriaal, wat erop duidt dat de oorspronkelijke vloer hier beschadigd is. Foto rechts toont de vloerplanken, die met koperen spijkers zijn vastgespijkerd.
Overzicht van de kruitruimte in noordelijke richting. Het venster, dat dient voor ventilatie en licht, kan door middel van een schuifraam worden afgesloten. Dat schuifraam is hier nog vrijwel geheel intact. In het gewelf boven het raam bevindt zich een gat zichtbaar voor een klos waaraan een katrol was bevestigd. Met een touw over het katrol kon het raam geopend en gesloten worden. Links is de doorgang naar het ingangsportaal zichtbaar.
Gebouw 2
Tja…… dat bewaar ik voor de volgende keer. Want in dit kruitmagazijn zijn de zendamateurs gevestigd en over dit gebouw is op zich al ontzettend veel te vertellen. Daarnaast laat ik dan ook iemand van de zendamateurs aan het woord.
Blijf ons vooral volgen op de website, want er wordt niet stilgezeten op het Fort. Ik ga er vanuit dat ik je gewoon in het nieuwe seizoen mag begroeten op ons mooie Fort Buitensluis. Tot dan!
Groetjes,
Janet
Gids Fort Buitensluis